In deze loeizware Hoofdklasse A van de SOS competitie lag het rechterrijtje vooraf in de lijn der verwachtingen. De winst op Zevenaar in ronde 1 was al een mooie opsteker. In Lonneker werd kansloos verloren (“Holländer können kein Endspiel” – zie verslag op de website van de opponenten) en nu mochten we het eens proberen tegen een team zonder Duitsers. Dus geen last van eindspelstress.

Een eerste wapenschouw zorgde bij mij voor weinig optimisme. Zo stonden Albert, Walter en ik materiaal achter. Harry bereikte snel de remisehaven. Bas had zijn slechte loper op h1 geparkeerd in plaats van afgeruild, de jeugdige Bas met voorliefde voor slechte lopers kwam weer even om de hoek kijken. Hij moest het sterke peerd even later alsnog slaan, maar dan met zijn goede loper. Met ongelijke lopers vond de zwartspeler geen doorbraak en ook dit werd redelijk vlot remise, maar (en dit is héél belangrijk) niet zonder te vermelden dat Bas in de slotstelling kan rekenen op een (symbolisch) plusje.

Andries werd overlopen op de damevleugel en op het bord van Marten was het mij niet opgevallen dat hij een pion voor stond. Bij René stond het bord in brand. Enige mentale last van een slechte serie uitslagen eerder dit seizoen was niet te bespeuren: dame naar h7 en vol door de koningsvleugel heen waar de zwarte koning zich overigens niet bevond. Leuke partij om te zien, lastig om iets zinnigs over te zeggen.

“Kan het misschien wat concreter? Ik heb nu nog steeds geen idee wat er gebeurd is!”
Dit denk ik vaak als ik schaakverslagen lees. Geen diagrammen, wat is daar nou aan? Bij deze dan.

Een van de meevallers kwam op het bord van Albert. Tegenstander had al wat makkelijkere kansen laten liggen. Hier kan het voor wit nog steeds goed komen, al moet je dan 50.Th3 vinden: 50…fxg2 51.Tg3+ Kf6 52.Df8+ Ke5 53.Te3+ en ergens onderweg moet zwart de dame voor de toren geven én staat het ook nog zo onhandig dat je niet heel makkelijk een fort bouwt. Niet allemaal uit te rekenen als je op increment leeft natuurlijk, al is de zet Th3 wel vindbaar. Na 50.Dxe6?? is het uit aan de andere kant: 50… Df4+ 51.Kg1 Td1+ 52.Lf1 Dg4+ 53.Kh2 Dh5+ 54.Lh3 Th1+! 0-1

Bij Walter gebeurde er iets soortgelijks. De witspeler was lustig pionnen aan het graaien maar de eigen koning werd danig verwaarloosd. Die kreeg ineens bezoek van een paard en twee torens, au. Het ging hier om de broer van mijn tegenstander, die zich na het winnen van een pion ook onschendbaar leek te wanen. Of was het late tijdstip de oorzaak dat de concentratie wat minder werd? In elk geval was de partij verre van over:

Het niet zo handige 29.Pd2 vergooit hier het laatste beetje voordeel: 29…Dc5+ 30.Df2 Dxc3 31.Dxh4 en als ik nu iets als Pd7 of Kg7 moet doen is het ook al prima speelbaar, maar er is beter: 31…Dxd2 32.Dxf6 Txb3!

Een genadeloze onderste rij truc, nemen mag niet vanwege De1 mat en er zijn ook geen veilige velden, want op Ta1 komt Dd4+ en het valt allemaal met schaak, en na het gespeelde 33.Tf1 Lb5 was het ook over en sluiten.

Dan de partij van Marten, die heeft dus een pion gegraaid op d5 toen ik even niet oplette en Thomas Manschot, oud-ZSG, ging nu op zoek naar compensatie.

Het gespeelde 18…Lxc4 19.Lxc4 d5 ziet er enorm logisch uit. Zowel Marten als Thomas hadden niet gezien dat hier 20.Td1! de meubelen redt voor wit. De correcte manier was 18…Pe8 en na 19.Ld8 (dreigt Le7 met damewinst!) Pc6 20.Pb6 Txd8 21.Pxd5 Pf6 is de blokkade op d5 niet te handhaven en komt een dikke PAWN ROLLER (in officieel ZSG Bargoens is dit met hoofdletters) door het centrum. In de partij gebeurde min of meer hetzelfde.

Het witte initiatief is doodgebloed. b2 hangt, als die valt wandelen Charlie en Delta gebroederlijk naar de overkant voor een gedaanteverwisseling. b2-b3 opspelen zet de loper buitenspel. Dus even aan de noodrem getrokken: 27.Tc1 h6 28.Pxf7 maar dat bleek verder een koud kunstje om uit te spelen.

De partij van Andries duurde net als afgelopen zaterdag het langst. Gelukkig het avondeten al achter de kiezen. Een kenmerk van goede schakers is dat je drie keer in een partij van ze moet winnen om te winnen.

Ik denk niet dat Andries hier aan +0.3 dacht, en ik evenmin toen ik er naar zat te kijken. De engine speelt ijskoud Lg2 en beweert dat de zwarte lawine niet tot rollen komt, tja. Andries had haast, en dat is begrijpelijk. 17.f5!? gxf5 18.Le2 Pf6 19.Pg5 fxe4 20.dxe4 e5. Het voelt niet logisch om de loper op g7 te blokken, en kijk nou, de engine is het een keertje met me eens. Er hangt natuurlijk Pxf7 en e5 in de lucht, dat kun je ook dekken met 20…Pg6.
21.g4 h4

22.Df3? De enige echte misser in deze partij, want nu mag zwart rokeren. 22…c4?! Ziet er gevaarlijker uit dan het is. Veld b4 komt vrij voor de loper. 23.Thf1 Tc6 24.Lb4 (Pxf7 ziet er ook sterk uit maar dit is prima) Pg6 25.Df5 Dc8 26.Dxc8 Txc8

Het is nu wel duidelijk dat wit het ergste achter de rug heeft. In het vervolg bleek de zwarte stelling lastiger te spelen en Andries, die al snel aan het increment-infuus hing, hengelde alsnog de volle buit binnen.

De uitslag van de match werd een vette 2-6, zwaar geflatteerd maar wie maalt daar om. René had zich als kapitein der troepen weer opgeofferd in het teambelang, op bord 5 deze keer. Ik sluit niet uit dat we die partij nog kunnen bewonderen in een verslag van de tegenstanders.

We kunnen nog tot 16 januari oefenen en ontspannen. Dan komt Oefening & Ontspanning op bezoek. Een derby, dus dat wordt zeker gezellig!